Alcohol en depressie

Depressie kan omschreven worden als een langdurige sombere stemming die het dagelijks functioneren in sterke mate verstoort.

Bijna niets interesseert je.
Je hebt nergens zin in, alles lijkt kleurloos.
Dikwijls heb je een sterke neiging tot piekeren en zijn er ook schuld- en angstgevoelens aanwezig.

 

Alcohol en depressie zijn vaak nauw met elkaar verweven. Oorzaak en gevolg is niet altijd even duidelijk.

Depressie en alcoholproblemen komen vaak in samenhang voor. Er zijn drie mogelijkheden om dit verband te verklaren:

  1. Depressie kan alcoholgebruik uitlokken omdat het de symptomen vermindert (‘zelfmedicatie’).
  2. Overmatig drankgebruik kan depressie uitlokken.
  3. Er liggen gemeenschappelijke factoren aan de basis van beide problemen.

Geen enkele van bovenstaande stellingen kan het verband tussen depressie en alcoholproblemen volledig verklaren. Wetenschappelijk onderzoek geeft aan dat ze waarschijnlijk alle drie waar zijn. Afhankelijk van de persoon en zijn levensomstandigheden.


ad 1. Depressie als uitlokker van overmatig drinken

Alcohol kan bij depressie gebruikt worden als een vorm van zelfmedicatie.

Alcohol kan depressieve gevoelens op korte termijn dempen of verzachten. Je maakt je minder zorgen, alles wordt sneller gerelativeerd en je stemming klaart even op. Alcohol werkt verdovend en het kan ook geestelijke pijn en verdriet verminderen. Tenminste – op korte termijn -, want als de alcohol uitgewerkt is dan komt de sombere stemming weer terug.

Wanneer je alcohol af en toe en op matige wijze gebruikt om even te ontsnappen aan een sombere stemming, hoeft dit niet persé problematisch te zijn. Wanneer je het echter vaak en in steeds grotere hoeveelheden gaat gebruiken, dan kan er een vicieuze cirkel ontstaan. Bij een depressieve stemming zal alcohol dan in eerste instantie verlichting brengen, maar in tweede instantie de depressie nog erger maken. Waarna weer meer moet gedronken worden, enzovoort.


ad 2. Alcohol als uitlokker van depressie

Overmatig alcoholgebruik kan neurobiologische stresssytemen ontregelen.

Zowel de duur van het overmatig gebruik, als de startleeftijd zijn hierbij van belang. Hoe langer overmatig drinken voorkomt, hoe meer kans op ontregeling en depressie. Hoe jonger je begint met veel drinken, hoe hoger de kans op verslaving en depressieve klachten.

Door het veelvuldige drinken zelf ontstaan lusteloosheid en sombere gevoelens. Als er zich dan extra problemen voordoen omwille van het drinken (spanningen binnen een relatie of op het werk), dan nemen de depressieve gevoelens toe. Over het algemeen zullen depressieve klachten afnemen na het stoppen met overmatig drinken. Na het stoppen met overmatig drinken, verdwijnt de depressieve stemming niet onmiddellijk omdat lichamelijke en psychische ontwenning op hun beurt ook onlustgevoelens kunnen opwekken.

Slechts een klein aantal mensen blijft depressieve klachten vertonen na enkele weken gestopt te zijn met overmatig alcoholgebruik. Deze depressieve klachten kunnen eventueel met medicatie opgevangen worden, bij voorkeur in combinatie met een psychosociale begeleiding.

Als iemand overmatig drinkt én depressieve klachten heeft, is een belangrijke doelstelling het drinken minstens te verminderen.

Indien de depressieve stemming ook voordien reeds aanwezig was dan zal overmatig alcoholgebruik de klachten doen toenemen.


ad 3. Gemeenschappelijke factoren

Bepaalde kwetsbaarheden verhogen de kans op zowel depressie als verslavingsproblemen.

Enerzijds gaat het om kwetsbaarheden als gevolg van omgevingsfactoren, zoals: negatieve levenservaringen in de kinderjaren (misbruik en verwaarlozing), problemen tijdens de opvoeding, familiale conflicten, en sociale problemen (bijvoorbeeld een economische crisis).

Anderzijds om biologische kwetsbaarheden in de hersenwerking. Het gaat dan om ontregelingen in het stressresponssysteem en onevenwichtigheid tussen neurotransmitters. Deze zouden aangeboren kunnen zijn of optreden als gevolg van eerder vermelde stresssituaties.