Verslaving wordt (medisch gezien) vastgesteld aan de hand van 11 criteria uit de zogenaamde DSM *. |
* [DSM is een afkorting van Diagnostic and Statistical Manual of Mental Disorders. (Letterlijk ‘diagnostisch en statistisch handboek voor psychische stoornissen).
De DSM-5 is de nieuwste versie van dit wereldwijd gebruikte boek waarin alle psychiatrische aandoeningen beschreven staan.]
Vanaf januari 2017 is de DSM-5 in gebruik genomen en is deze versie het nieuwe uitgangspunt bij de beoordeling of er sprake is van een psychische stoornis.
De DSM-5 spreekt niet meer van alcoholisme of alcoholverslaving maar van “Stoornissen in het gebruik van alcohol“. |
De drempel voor de classificatie van een “stoornis in het gebruik van alcohol” (alcoholverslaving) in de DSM-5 is vastgesteld op twee of meer criteria. |
De 11 criteria van stoornissen in het gebruik van alcohol (voorheen alcoholverslaving) zijn: | |
1. | Vaker, langduriger en in grotere hoeveelheden alcohol gebruiken dan je van plan was. |
2. | Meerdere mislukte pogingen om te minderen of te stoppen. |
3. | Het gebruik en herstel van gebruik kosten veel tijd. |
4. | Sterk verlangen om te gebruiken (hunkering/’craving’). |
5. | Door gebruik tekortschieten op het werk, school of thuis. |
6. | Blijven gebruiken ondanks dat het problemen meebrengt in het relationele vlak. |
7. | Door gebruik opgeven van hobby’s, sociale activiteiten of werk. |
8. | Voortdurend gebruik, zelfs wanneer je daardoor (fysiek) in gevaar komt. |
9. | Voortdurend gebruik ondanks weet te hebben dat het gebruik lichamelijke of psychische problemen met zich mee brengt of verergert. |
10. | Grotere hoeveelheden nodig hebben om hetzelfde effect te bereiken (tolerantie). |
11. | Het optreden van onthoudingsverschijnselen, die minder hevig worden door meer van het middel te gebruiken. |
Voldoe je aan 2 of 3 van bovenstaande criteria | → | dan is er sprake van een milde stoornis |
Voldoe je aan 4 of 5 van bovenstaande criteria | → | dan is er sprake van een gematigde stoornis |
Voldoe je aan 6 of meer van bovenstaande criteria | → | dan is er sprake van een ernstige stoornis |
De vorige versie van de DSM 5, (de DSM IV), maakte nog verschil tussen alcoholmisbruik en alcoholafhankelijkheid.
Alcoholmisbruik
Er is sprake van alcoholmisbruik wanneer je gedurende een jaar last hebt van tenminste één van de onderstaande symptomen:
1. | Gebruik gaat ten koste van je werk, school of thuis. |
2. | Voortdurend gebruik ondanks terugkerende problemen op sociaal gebied (ruzies). |
3. | Herhaaldelijk gebruik in gevaarlijke situaties zoals in het verkeer. |
4. | Door gebruik kom je herhaaldelijk in contact met politie of justitie. |
Alcoholafhankelijkheid
Er is ook een definitie van de Wereldgezondheidsorganisatie (WHO).
Deze definitie komt grotendeels overeen met de definitie van de DSM IV.
Volgens de WHO is sprake van alcoholafhankelijkheid als zich het afgelopen jaar, drie van onderstaande symptomen hebben voorgedaan:
1. | Een sterk verlangen om te gebruiken (het verlangen varieert van licht tot zeer heftig). |
2. | Meer gebruiken dat je wilt ofwel moeite hebben om het gebruik te controleren, dat wil zeggen het moeilijk vinden om gebruik uit te stellen, matig te gebruiken of om op tijd te stoppen. |
3. | Minder aandacht besteden aan hobby’s, sociale contacten en werk. |
4. | Doorgaan met gebruik ondanks de wetenschap dat gebruik schade oplevert (zoals ziekten, ruzies met omgeving, problemen op het werk). |
5. | Tolerantie. |
6. | Veel tijd besteden aan gebruik en het herstellen ervan. |
7. | Last hebben van onthoudingsverschijnselen. |